20040805
MASTERCLASS KOKEN
Gisteren keek ik naar Sonja Barends programma "De meester en de leerling.", een serie op locatie gefilmde Masterclasses.
Sonja zelf geeft al jaren lang gratis en voor niets de masterclass Langzaam Sterven In Het Openbaar. In de tijd dat we nog met chips op schoot naar een van de twee Nederlandse zenders keken was zij een legendarische interviewster. Niemand anders dan Sonja las zo onopvallend de op grote borden geschreven aanwijzingen van Ellen Blazer, haar steun en toeverlaat. Sonja's meester, zeg maar.
Sonja heeft weer een programma. Gisteren zag ik de aflevering waarin drie bloednerveuze aspirant chef-koks een masterclass kregen van Robert Kranenborg, de chefkok die in de laatste jaren bewees meer verstand van koken dan van zaken te hebben. Zijn servies werd onder zijn reet vandaan verkocht na een dramatisch faillissement van restaurant Vossius. Openbare verkoop op straat, voor de deur, dan doe je het goed. Dan wil je wel terug naar eenvoudig koken.
Deed hij ook gisteren. De drie leerlingen moesten een kippetje braden. Met groente. Een verademing vond ik het, de rust van Kranenborg. Dat was weer eens iets anders dan Jamie Olivier die met een keiharde kokslul op een scooter door de stad scheurt om slissend uit te leggen dat hij op zoek is naar 'sjoetifoel miet voel offssss fleetver' Word ik een beetje gek van die permanent citroenen uitknijpende kookhooligan, met zijn maaltijden voor onbestaanbaar mooie vrienden die aan het eind van de uitzending steeds lachend in volmaakte vriendschap zijn eten naar binnen werken. Weten we nu wel. Ik voel me vaak eenzaam door Jamie. Hij met dertien schreeuwende geile mensen aan tafel en ik alleen met een karbonade op een placemat.
Dit was fijner om te kijken. Aan het eind van uitzending werd het klaargemaakte eten geproefd door drie culinaire journalisten, met daarbij natuurlijk de onvermijdelijke Johannes van Dam, de etende paroolwalrus. Eet zo te zien altijd tegen zijn zin acht borden leeg. Ik zou Kippetje Cyaankali maken voor die man, of er iets in doen waardoor zijn ongewassen baard in een keer van zijn kin valt.
Een fijn programma was het. Totale identificatie met de leerlingen. Gierend van faalangst een kippetje bakken, ik wist er alles van. De simpelste handelingen, een aardappel schillen bijvoorbeeld, veranderde in een Olympische discipline met de dwingende ogen van de meesterkok in hun rug. Hypercorrectie trad er op. Ze gingen opeens heel gek doen, heel artistiek een peultje doppen. Of ze werden apathisch. Verlamden in aanwezigheid van de meesterkok. Dat leverde prachtige beelden op. Een jongen die in zijn paniek niets beters wist te verzinnen dan Kip met appelmoes en aardappeltjes. Mooie woorden van Kranenborg die 'de appelmoes te weinig identiteit vond hebben. Te veel appel, te weinig jij'
Een kippetje bakken bleek niet zo eenvoudig. Ze wisten allemaal hoe je een ossentong moest konfijten en met aanhangend voorvocht moest afblussen, maar een kip bakken... geen idee. Mooie examensfeer hing er in de keuken. Steeds als de meester naderde een plotselinge toename van activiteiten en indringend kijken naar het eten. Hij kijken naar de kip van een van de leerlingen. Close up van de kip. Palestijns kippetje gekookt in eigen bloed, leek het wel. Een opening als een krater bij de nek, waar de leerling zenuwachtig wat kruiden in stond te duwen. Werd niks, dat zag je meteen. Vraag van de meester. 'Ok , je gaat hem bakken zo direct. Hoe denk je de vulling binnen te houden. Wordt moeilijk hè.'
Sonja Barend bekeek alles geamuseerd. Haar aanwezigheid was nogal overbodig. Storend eerder, die perkamenten uitgezakte varkenskop met lippenstift steeds door het beeld. 'Gaat het goed?.' Daar kreeg je geen trek van, dat witte vleesmasker vlak bij het eten.
Daarna het proeven. Kijk een keer naar Johannes van Dam die een stukje kip naar binnen zuigt en je bent vegetariër. Luguber, die dikke, vlezige lippen, midden in al dat haar, om dat kippenvlees heen. Hij ging het zelfs uitleggen, dat zijn mond zo vet was. Zitten schreeuwen van angst. Ik zou als restauranthouder zwaar schijt hebben aan van Dam. Ongezien de tiefus voor die murmelende volgevreten deskundige. Voor straf het slechtste eten ooit serveren en dan maar hopen op die 2 min in de krant. In hippe kringen is dat in je voordeel, als die volgevreten zeekoe met zijn leren vestje aan je eten niet lekker vindt.
De meester kok vond alle drie de leerlingen volkomen kut met rundvlees maar zei dat ze 'hard moesten werken aan hun droom'. Sonja lachte bemoedigend en daarna brak haar gezicht in tweeën.
Sonja zelf geeft al jaren lang gratis en voor niets de masterclass Langzaam Sterven In Het Openbaar. In de tijd dat we nog met chips op schoot naar een van de twee Nederlandse zenders keken was zij een legendarische interviewster. Niemand anders dan Sonja las zo onopvallend de op grote borden geschreven aanwijzingen van Ellen Blazer, haar steun en toeverlaat. Sonja's meester, zeg maar.
Sonja heeft weer een programma. Gisteren zag ik de aflevering waarin drie bloednerveuze aspirant chef-koks een masterclass kregen van Robert Kranenborg, de chefkok die in de laatste jaren bewees meer verstand van koken dan van zaken te hebben. Zijn servies werd onder zijn reet vandaan verkocht na een dramatisch faillissement van restaurant Vossius. Openbare verkoop op straat, voor de deur, dan doe je het goed. Dan wil je wel terug naar eenvoudig koken.
Deed hij ook gisteren. De drie leerlingen moesten een kippetje braden. Met groente. Een verademing vond ik het, de rust van Kranenborg. Dat was weer eens iets anders dan Jamie Olivier die met een keiharde kokslul op een scooter door de stad scheurt om slissend uit te leggen dat hij op zoek is naar 'sjoetifoel miet voel offssss fleetver' Word ik een beetje gek van die permanent citroenen uitknijpende kookhooligan, met zijn maaltijden voor onbestaanbaar mooie vrienden die aan het eind van de uitzending steeds lachend in volmaakte vriendschap zijn eten naar binnen werken. Weten we nu wel. Ik voel me vaak eenzaam door Jamie. Hij met dertien schreeuwende geile mensen aan tafel en ik alleen met een karbonade op een placemat.
Dit was fijner om te kijken. Aan het eind van uitzending werd het klaargemaakte eten geproefd door drie culinaire journalisten, met daarbij natuurlijk de onvermijdelijke Johannes van Dam, de etende paroolwalrus. Eet zo te zien altijd tegen zijn zin acht borden leeg. Ik zou Kippetje Cyaankali maken voor die man, of er iets in doen waardoor zijn ongewassen baard in een keer van zijn kin valt.
Een fijn programma was het. Totale identificatie met de leerlingen. Gierend van faalangst een kippetje bakken, ik wist er alles van. De simpelste handelingen, een aardappel schillen bijvoorbeeld, veranderde in een Olympische discipline met de dwingende ogen van de meesterkok in hun rug. Hypercorrectie trad er op. Ze gingen opeens heel gek doen, heel artistiek een peultje doppen. Of ze werden apathisch. Verlamden in aanwezigheid van de meesterkok. Dat leverde prachtige beelden op. Een jongen die in zijn paniek niets beters wist te verzinnen dan Kip met appelmoes en aardappeltjes. Mooie woorden van Kranenborg die 'de appelmoes te weinig identiteit vond hebben. Te veel appel, te weinig jij'
Een kippetje bakken bleek niet zo eenvoudig. Ze wisten allemaal hoe je een ossentong moest konfijten en met aanhangend voorvocht moest afblussen, maar een kip bakken... geen idee. Mooie examensfeer hing er in de keuken. Steeds als de meester naderde een plotselinge toename van activiteiten en indringend kijken naar het eten. Hij kijken naar de kip van een van de leerlingen. Close up van de kip. Palestijns kippetje gekookt in eigen bloed, leek het wel. Een opening als een krater bij de nek, waar de leerling zenuwachtig wat kruiden in stond te duwen. Werd niks, dat zag je meteen. Vraag van de meester. 'Ok , je gaat hem bakken zo direct. Hoe denk je de vulling binnen te houden. Wordt moeilijk hè.'
Sonja Barend bekeek alles geamuseerd. Haar aanwezigheid was nogal overbodig. Storend eerder, die perkamenten uitgezakte varkenskop met lippenstift steeds door het beeld. 'Gaat het goed?.' Daar kreeg je geen trek van, dat witte vleesmasker vlak bij het eten.
Daarna het proeven. Kijk een keer naar Johannes van Dam die een stukje kip naar binnen zuigt en je bent vegetariër. Luguber, die dikke, vlezige lippen, midden in al dat haar, om dat kippenvlees heen. Hij ging het zelfs uitleggen, dat zijn mond zo vet was. Zitten schreeuwen van angst. Ik zou als restauranthouder zwaar schijt hebben aan van Dam. Ongezien de tiefus voor die murmelende volgevreten deskundige. Voor straf het slechtste eten ooit serveren en dan maar hopen op die 2 min in de krant. In hippe kringen is dat in je voordeel, als die volgevreten zeekoe met zijn leren vestje aan je eten niet lekker vindt.
De meester kok vond alle drie de leerlingen volkomen kut met rundvlees maar zei dat ze 'hard moesten werken aan hun droom'. Sonja lachte bemoedigend en daarna brak haar gezicht in tweeën.
posted by Nico at 12:31 p.m.
<< Home